Kortverhaal

Bore-out

Ik heb een bore-out. Tenminste, dat dénk ik dan.
Als ik de symptomen lees, de artikels lees die er al over geschreven zijn. Maar ik ben natuurlijk geen dokter. Dus je weet maar nooit.
Misschien ben ik gewoon lui … of moe … of vertoon ik uitstelgedrag.
Feit is dat ik me sinds maart niet meer lekker voel op mijn werk. Niet fijn voel op mijn werkplek. Me niet kan vereenzelvigen met mijn takenpakket. Me nutteloos voel. Me afvraag wat ik hier doe, op dit bureau, en waarom ik niet gewoon thuis ben en de dingen doe die ik graag doe.
Zoals schrijven bijvoorbeeld.
Het was er niet ineens, begon er in te sluipen, als een langzaam vergif.
Mijn reistijd (drie uur heen, drie uur weer) begon me steeds zwaarder te wegen.
De uitdagingen werden steeds schaarser, het werk meer en meer “lopende-band” werk.
Dit kwam natuurlijk door de fusie van onze hogescholen, de reorganisatie. Alles moest nog op zijn plek vallen en het zou wel beteren in de toekomst. Maar nu, goeie tien maanden later, is het niet verbeterd, het is niet gestagneerd, het is gewoon nog veel slechter geworden.
Mijn takenpakket is gedegradeerd tot een one-brain-cell-functie, en ook die éne cel sterft langzaam af.
Ik lanceerde een noodkreet. Op Facebook. Het boek der open vragen, het boek der vrije bedenkingen, het boek aller boeken. Maar ik kreeg nauwelijks reacties.
Waarschijnlijk dachten ze dat het weer zo’n flauw woordspelingsgrapje van me was.
Ik zocht, dacht na, keek rond, keek uit, en sprak vandaag ook mijn Sis aan. Mijn Sis, die niet zomaar een sis is, maar daarover later misschien meer.
En mijn Sis zei: “waarom ga je niet schrijven?”.
“Schrijven?” zei ik. “Als in: een blog schrijven?”
“Bijvoorbeeld” zei ze.
Zo dom is mijn Sis nog niet! Voor alles heeft ze een recept!
“Probeer het maar eens en weet me te zeggen of het werkt”, zei ze nog.
Dus als een brave patiënt neem ik nu de eerste slok van mijn nieuwe medicijn, op recept van mijn Sis.
20-01-2015